14. Wijziging enmeerwerk
14.1 Indien leverancier op verzoek of met vooraf-
gaande instemming van cliënt werkzaamheden
of andere prestaties heeft verricht die buiten
de inhoud of omvang van de overeengekomen
werkzaamheden en/of prestaties vallen, zullen
dezewerkzaamheden of prestaties door cliënt
worden vergoed volgens de overeengekomen
tarieven en bij gebreke daarvan volgens
de gebruikelijke tarieven van leverancier.
Leverancier is nimmer verplicht aan een derge-
lijk verzoek te voldoen en hij kan verlangen dat
daarvoor een afzonderlijke schriftelijke overeen-
komst wordt gesloten.
14.2 Cliënt aanvaardt dat door werkzaamheden of
prestaties als bedoeld in dit artikel het overeen-
gekomen of verwachte tijdstip van voltooiing van
de dienstverlening en dewederzijdse verant-
woordelijkheden van cliënt en leverancier kun-
nenworden beïnvloed. Het feit dat zich tijdens
de uitvoering van de overeenkomst (de vraag
naar)meerwerk voordoet, is voor cliënt nimmer
grond voor opzegging of ontbinding van de over-
eenkomst.
14.3 Voor zover voor de dienstverlening een vaste
prijs is afgesproken, zal leverancier cliënt desge-
vraagd schriftelijk informeren over de financiële
consequenties van de extrawerkzaamheden of
prestaties als bedoeld in dit artikel.
15. Overdracht van rechten en verplichtingen
15.1 Cliënt is niet gerechtigd de rechten en/of ver-
plichtingen uit de overeenkomst aan een derde
te verkopen en/of over te dragen.
15.2 Leverancier is gerechtigd zijn aanspraken op
betaling van vergoedingen aan een derde over
te dragen.
16 Toepasselijk recht engeschillen
16.1 De overeenkomsten tussen leverancier en
cliënt worden beheerst door Nederlands recht.
Toepasselijkheid van het Weens Koopverdrag
1980 is uitgesloten.
16.2 Geschillenwelke tussen leverancier en cliënt
mochten ontstaan naar aanleiding van een
tussen leverancier en cliënt gesloten overeen-
komst danwel naar aanleiding van nadere
overeenkomsten die daarvan het gevolg zijn,
worden beslecht door middel van arbitrage
overeenkomstig het Arbitragereglement van de
Stichting Geschillenoplossing Automatisering,
statutair gevestigd te Den Haag, één en ander
onverminderd het recht van elk der partijen een
voorziening in arbitraal kort geding te vragen en
onverminderd het recht van elk der partijen tot
het treffen van conservatoire rechtsmaatregelen
(ziewww.sgoa.org).
16.3 Uitsluitend indien leverancier en/of cliënt voor de
beslechting van geschillen naar aanleiding van
de tussen partijen gesloten overeenkomst dan
wel naar aanleiding van nadere overeenkomsten
die daarvan het gevolg zijn, nog geen arbitrale
procedure bij de Stichting Geschillenoplossing
Automatisering aanhangig heeft of hebben
gemaakt overeenkomstig het Arbitragereglement
van deze stichting, is elk der partijen gerech-
tigd, doch niet verplicht, om in afwijking van
het bepaalde in artikel 16.2, de zaak aanhan-
gig temaken bij de Rechtbank, Sector Kanton
indien de zaak betrekking heeft op een geschil
dat volgens dewettelijke bevoegdheidsregels
behoort tot de absolute bevoegdheid van de
Rechtbank, Sector Kanton. Indien de zaakmet
inachtneming van de vorige volzin door één of
meer der partijen ter behandeling en beslis-
sing bij de Rechtbank, Sector Kanton aanhan-
gig is gemaakt, is de Rechtbank Sector Kanton
bevoegd de zaak te behandelen en daarover te
beslissen.
16.4 Alvorens een arbitrale procedure als bedoeld in
artikel 16.2 aanhangig temaken, zal demeest
gerede partij een procedure van ICT-Mediation
conform het ICT-Mediation Reglement van de
Stichting Geschillenoplossing Automatisering
te Den Haag beginnen. Een procedure van ICT-
Mediation conform dit reglement is gericht op
bemiddeling door één of meer mediators. De
wederpartij verplicht zich actief deel te nemen
aan een aanhangig gemaakte ICT-Mediation,
tot welke rechtens afdwingbare verplichting in
ieder geval behoort het bijwonen van tenminste
één gezamenlijke bespreking vanmediators en
partijen, teneinde deze buitengerechtelijke vorm
van geschiloplossing een kans te geven. Het
staat elk der partijen vrij om op elkmoment na
een gezamenlijke eerste bespreking vanmedia-
tors en partijen de procedure van ICT-Mediation
te beëindigen. Het bepaalde in dit artikellid ver-
zet zich er niet tegen dat een partij die dat nodig
acht, een voorziening in (arbitraal) kort geding
vraagt of conservatoire rechtsmaatregelen treft
(ziewww.sgoa.org enwww.sgoa.eu).
© 2008, ICT~Office teWoerden