Les 1 Les 2 Les 3 Les 4 Les 5 Klassikaal Start (30 min) Doe de introductieles van het domein getalbegrip met de hele groep. Deze staat in de digitale omgeving. Start (5 min) Kan iedereen aan de slag? Wie doet er mee met de instructie? Start (10 min) Begin met een kringspel ‘Getallen voelen’. Start (5 min) Kan iedereen aan de slag? Wie doet er mee met de instructie? Start (5 min) Leg het spel ‘Kampen’ uit. Deze kunnen de kinderen zelfstandig spelen. Klas opdelen in twee groepen Instructie (30 min) Begrip-A + Begrip-B Kies een instructie van het instructieblad en maak een combinatie van beide doelen. Vervolgens 10 minuten verwerking. Instructie Geen instructie. Instructie (30 min) Begrip-G + Begrip-H Kies een instructie van het instructieblad en maak een combinatie van beide doelen. Vervolgens 10 minuten verwerking. Instructie (30 min) Begrip-I + Begrip-J Kies een instructie van het instructieblad en maak een combinatie van beide doelen. Vervolgens 10 minuten verwerking. Verwerking (40 min) De kinderen die niet meedoen aan de instructie werken aan hun eigen doelen en werkbladen. Verwerking (20 min) De kinderen werken aan hun eigen doelen. Misschien spelen sommige kinderen een spel. Verwerking (40 min) De kinderen die niet meedoen aan de instructie werken aan hun eigen doelen en werkbladen. Verwerking (40 min) De kinderen werken aan hun eigen doelen. Misschien spelen sommige kinderen een spel. Klassikaal Anders (15 min) Bekijk samen de doelen binnen het domein. Bepaal wie met welk doel gaat beginnen. Kinderen vast werk laten pakken, of werk uitdelen bij het goede doel. Anders (15 min) Andere helft van de les doe je de creatieve opdracht ‘Mijn lievelingsgetal’. Klassikaal Evaluatie (5 min) Kies één evaluatiekaart om met de groep te doen. Evaluatie (5 min) Kies één evaluatiekaart om met de groep te doen. Evaluatie (5 min) Kies één evaluatiekaart om met de groep te doen. Evaluatie (5 min) Kies één evaluatiekaart om met de groep te doen. Evaluatie (5 min) Kies één evaluatiekaart om met de groep te doen. In de digitale omgeving vind je de digibord les voor je instructie, met handige rekentools zoals: breukencirkels, dobbelstenen en een rekenrek. Hoe ziet de rekenles eruit? Een goede rekenles start met een goede voorbereiding. De leerkracht hangt de doelenposter zichtbaar in de klas en bekijkt de weekplanning. Hierop staat per lesweek aangegeven welke instructies er aan bod komen. Op de weekplanning schrijft de leerkracht welke kinderen meedoen met welke instructie. 1. Start van de les Voorafgaand aan iedere rekenles spelen de kinderen een rekenspel. Hierdoor komt iedereen in de “rekenstand”. Iedereen heeft zin om te gaan rekenen! De spelsuggesties hiervoor staan in de weekplanning. Inventariseer ook aan welke doelen de kinderen tijdens de les gaan werken, met behulp van de leerdoelmonitor. Met LDO Rekenen geef je instructies per leerdoel. Op de weekplanning staat drie keer per week een instructie gepland die gaat over één (of soms meerdere) doel(en). Met de doelcode, bijvoorbeeld begrip-R, staat aangegeven welk doel aan de beurt is. Kinderen volgen hun eigen leerlijn. Aan de hand daarvan wordt bepaald welke leerling deelneemt aan de instructie. Er kan een klassieke rekeninstructie worden gegeven via een digibordles. Ook is er een optie om het doel aan te bieden via bewegend rekenactiviteiten om het rekenen te laten leven in de groep. Instructies sluiten aan bij de belevingswereld van de kinderen en zijn concreet en onderzoekend. 2. Instructie Dit is een weekplanning voor één week. De eerste les van een thema begint met de introductieles. 4
RkJQdWJsaXNoZXIy MjcxMDk=