LDO Rekenen - Thematisch rekenonderwijs

LDO Rekenen is een indrukwekkende nieuwe manier van leren, waarbij de kerndoelen van rekenen zijn vertaald naar specifieke leerdoelen. LDO Rekenen biedt thematisch rekenonderwijs. Binnen deze thema’s kunnen kinderen samen met de leerkracht een individuele leerroute uitstippelen. Hierdoor kan elk kind op eigen niveau werken. LDO Rekenen maakt gebruik van betekenisvolle rekencontexten en echt materiaal. Resultaten worden niet alleen beter, maar rekenen wordt ook nog eens veel leuker en betekenisvoller! Meer weten? Lees snel verder in deze folder! Leerdoelonderwijs: Rekenen op eigen niveau Zeer geschikt voor combinatiegroepen LDO • REKENEN LDO Rekenen Thematisch rekenonderwijs • Doelenposters per groep • Digitale omgeving • (Kaart)spellen en materiaalpakketten bij alle rekenthema’s • Instructie voor de leerkracht per doel • Digibordlessen voor de leerkracht per doel • Registratie voor leerkracht en kinderen, nu ook digitaal met de leerdoelmonitor • Werkbladenmappen met meer dan 1000 werkbladen met antwoorden LDO Rekenen bestaat uit: Methodiek voor een volledig rekenprogramma voor groep 1 t/m 8

Wat is LDO Rekenen? Moeite met (niveau) verschillen in jouw groep? Scholen ervaren (tijds)druk bij het gebruik van een traditionele rekenmethode. Leerkrachten gaan van instructie naar instructie en hebben niet het gevoel dat ze alle kinderen in de groep op een juiste manier bereiken. Rekenen wordt frustrerend voor zwakke rekenaars en saai voor de sterke rekenaars. Op scholen die vanuit visie met heterogene groepen werken past een rekenmethode maar zelden bij de visie van de school. Jaargroepoverstijgend werken aan rekenen? Echt aansluiten bij het niveau van de kinderen uit jouw groep? Een traditionele rekenmethode loslaten en toch werken met goede structuur? Dat kan met LDO rekenen! Rekenonderwijs kan anders, ga thematisch rekenen. LDO Rekenen gaat uit van thematisch onderwijs. Dit betekent dat de hele groep aan één rekenthema tegelijk werkt. Hierdoor heb je meer tijd om je te verdiepen in een thema. Zwakke rekenaars hebben meer tijd om te werken aan de basisstrategieën. Sterker rekenaars vinden uitdaging in de moeilijkere doelen. LDO Rekenen geeft structuur, ritme en rust, en geeft de leerkracht en kinderen ook vrijheid om zelf keuzes te maken. Kortom, met LDO Rekenen lukt het om weer ruimte te hebben om het rekenonderwijs te laten aansluiten bij wat er leeft bij jou in de groep. Rekenen wordt betekenisvol! De rekenthema’s van LDO Rekenen Automatiseren is het routinematig uitvoeren van rekenhandelingen. Daarom loopt deze leerlijn van groep 3 t/m 8, naast elk thema! Hier zijn de kinderen bezig met het thema Geld. Naast goede rekenvaardigheden ook focus op zelfstandigheid en plezier! 2

Groep 1/2 Elk thema bevat rekendoelen. De rekendoelen staan op grote doelenposters en hang je zichtbaar in de groep. De doelen zijn beschreven in voor kinderen begrijpelijke taal. Alle doelen vanaf groep 3 hebben een unieke naam, bijvoorbeeld Begrip-A en Geld-C, die corresponderen met de rekenmaterialen en de verwerkingsopdrachten. De doelen lopen op in moeilijkheidsgraad. Op de posters van alle jaargroepen vind je een overlap in de doelen. Zo kunnen zwakke en sterke rekenaars ook werken binnen de eigen groep. Doelenposters B Begrip A Begrip C Begrip D Begrip E Begrip F Begrip G Begrip H Begrip I Begrip J Begrip K Begrip L Begrip Groep 3/4/5 Getalbegrip Ik kan hoeveelheden tellen tot 10, door zelf te ordenen. Ik tel zes snoepjes en zoek het getal 6 erbij. Ik kan getallen tot 10 uitspreken en schrijven. Tijdens een getaldictee zegt de juf het gesproken getal ‘zeven’, dit schrijf ik op als 7. Ik kan tellen, terugtellen en doortellen vanaf een willekeurig getal tot 20. Ook met stappen van 2 en 5. Ik tel met sprongen van 2 vanaf het getal 8 > 8 – 10 – 12 – 14 – 16 – 18 – 20. Ik kan hoeveelheden (tot 12) in een keer zien zonder te tellen. Als ik met de dobbelstenen gooi, weet ik direct hoeveel ik heb gegooid. Ik kan getallen tot 20 uitspreken en schrijven. Ik kan de getallen plaatsen op de getallenlijn. Ik kan het getal 19 plaatsen op de getallenlijn. Het ligt links naast de 20. Ik ken de even- en oneven getallen. Aan mijn kant van de straat zijn alleen even huisnummers: 12 – 14 – 16 – 18 – 20. Ik kan getallen tot 100, schrijven en uitspreken. Ik ken daarbij de waarde van de cijfers in het getal. De 7 in het getal 78 staat voor 7 tientallen. Ik schrijf het als achtenzeventig. Ik kan de getallen tot 100 plaatsen op een (lege) getallenlijn. Ik weet dat 48 op de getallenlijn tussen de 40 en de 50 ligt. Maar dichter bij de 50. Ik kan getallen tot 1000 schrijven in een schema en uitspreken. Ik ken de waarde van de cijfers in het getal. Ik schrijf het getal 189 in een H-T-E schema. Het getal 9 staat onder de ‘E’. Ik kan getallen tot 1000 plaatsen op een (lege) getallenlijn. Ik weet dat 775 op de getallenlijn precies tussen de 750 een 800 staat. Ik kan doortellen en terugtellen met stappen van 10 en 100 vanaf een willekeurig getal. Ik tel met sprongen van 10 > 516 – 526 – 536 – 546. Ik kan getallen tot 10.000 uitspreken, schrijven en plaatsen op de (lege) getallenlijn. Ik weet dat 5.600 iets dichter bij de 6.000 ligt dan bij de 5.000. LDO • REKENEN K Begrip I+J Begrip L Begrip M Begrip N Begrip O Begrip P Begrip S Begrip R Begrip T Begrip Groep 6/7/8 Getalbegrip Ik kan getallen tot 1000 schrijven in een schema, plaatsen op de getallenlijn en uitspreken. Ik ken de waarde van de cijfers in het getal. Ik schrijf het getal 189 in een H-T-E schema. Het getal 9 staat onder de ‘E’. Ik kan doortellen en terugtellen met stappen van 10 en 100 vanaf een willekeurig getal. Ik tel met sprongen van 10 > 516 - 526 - 536 - 546. Ik kan getallen tot 10.000 uitspreken, schrijven en plaatsen op de (lege) getallenlijn. Ik weet dat 5.600 iets dichter bij de 6.000 ligt dan bij de 5.000. Ik kan getallen tot 100.000 uitspreken, schrijven en plaatsen op de (lege) getallenlijn. Ik weet dat ik 78.500 kan uitspreken als achtenzeventigduizend vijfhonderd. Ik kan een positieschema lezen en invullen en weet in getallen tot 100.000 de waarde van de cijfers in een getal. Ik maak een TD-D-H-T-E schema, daarin zet ik het getal 45.000. Ik kan doortellen en terugtellen met stappen van 100, 1000 en 10.000. Ik tel met sprongen van 1000 > 13.500 – 14.500 – 15.500 – 16.500. Ik kan getallen tot 1.000.000 uitspreken en schrijven. Ik ken de waarde van de cijfers in het getal en kan de getallen plaatsen op een (lege) getallenlijn. Ik weet dat 451.600 iets dichter bij de 500.000 ligt dan bij de 400.000. Ik kan grote getallen van taal omzetten naar cijfers en andersom. Ik kan komma’s en punten gebruiken om het getal te schrijven. Ik hoor het getal vierentachtigduizend vijfhonderdzestig. Ik schrijf op: 84.560. Ik kan getallen tot 1.000.000.000 uitspreken en schrijven. Ik weet de namen van andere hele grote getallen. Ik weet dat een miljoen zes nullen heeft. Je schrijft het zo: 1.000.000. Ik ken vreemde stelsels van getallen. (land van Okt, Romeinse cijfers en Babylonische getallen) Het Romeinse cijfer XVI betekent 16. LDO • REKENEN Ik kan hardop tellen tot 10 in een ritme, vooruit en achteruit. Ik zing de getallen in een liedje. Ik kan hoeveelheden tot 10 precies tellen door aan te wijzen. Ik tel de kinderen in de kring. Ik kan hoeveelheden tot 10 precies tellen door zelf te ordenen. Ik tel de koekjes uit de trommel, door ze er een voor een uit te halen. Ik weet wat een getal betekent in verschillende situaties. Ik ben 5 jaar oud. Mijn oma woont op nummer 5. Ik weet hoe de cijfers tot 10 eruit zien en kan ze groot schrijven. Ik kan een getal in het groot verven, laten zien op mijn vingers of ik teken stippen. Ik kan kleine hoeveelheden (tot 6) in een keer zeggen, zonder te tellen. Op de dobbelsteen staan 5 stippen. Ik kan schatten voordat ik echt ga tellen en zeggen of iets meer of minder is. Ik denk dat er 6 potloden op tafel liggen. Daarna tel ik het na. Getalbegrip Groep 1/2 LDO • REKENEN Groep 3/4/5 Groep 6/7/8 Alle rekendoelen die kinderen tijdens hun basisschooltijd moeten behalen zijn gemakkelijk in te delen in thema’s. Veel thema’s komen in verschillende bouwen aan bod. Zo ontstaat er een doorgaande lijn in de hele school. In het jaar komen alle thema’s aan bod en er is zelfs ruimte om thema’s te herhalen. Als school kies je voor een structurering van de doelen en thema’s voor 2-jarige groepen of voor 3-jarige groepen. Thema’s per groep Groep 1/2 Groep 5/6 Groep 3/4 Groep 7/8 Groep 1/2 Groep 3/4/5 Groep 6/7/8 Getalbegrip • • • • • • • Getalbewerking • • • • • • • Vermenigvuldigen en verdelen • • • Kommagetallen • Breuken • • Verhoudingen en procenten • • Geld (en kommagetallen) • • • • • • Tijd (tabellen en grafieken) • • • • • • • Meten • • • • • • • 2-jarige groepen 3-jarige groepen Jaarplanning Hier zie je de doorgaande leerlijn van Getalbegrip. 3

Les 1 Les 2 Les 3 Les 4 Les 5 Klassikaal Start (30 min) Doe de introductieles van het domein getalbegrip met de hele groep. Deze staat in de digitale omgeving. Start (5 min) Kan iedereen aan de slag? Wie doet er mee met de instructie? Start (10 min) Begin met een kringspel ‘Getallen voelen’. Start (5 min) Kan iedereen aan de slag? Wie doet er mee met de instructie? Start (5 min) Leg het spel ‘Kampen’ uit. Deze kunnen de kinderen zelfstandig spelen. Klas opdelen in twee groepen Instructie (30 min) Begrip-A + Begrip-B Kies een instructie van het instructieblad en maak een combinatie van beide doelen. Vervolgens 10 minuten verwerking. Instructie Geen instructie. Instructie (30 min) Begrip-G + Begrip-H Kies een instructie van het instructieblad en maak een combinatie van beide doelen. Vervolgens 10 minuten verwerking. Instructie (30 min) Begrip-I + Begrip-J Kies een instructie van het instructieblad en maak een combinatie van beide doelen. Vervolgens 10 minuten verwerking. Verwerking (40 min) De kinderen die niet meedoen aan de instructie werken aan hun eigen doelen en werkbladen. Verwerking (20 min) De kinderen werken aan hun eigen doelen. Misschien spelen sommige kinderen een spel. Verwerking (40 min) De kinderen die niet meedoen aan de instructie werken aan hun eigen doelen en werkbladen. Verwerking (40 min) De kinderen werken aan hun eigen doelen. Misschien spelen sommige kinderen een spel. Klassikaal Anders (15 min) Bekijk samen de doelen binnen het domein. Bepaal wie met welk doel gaat beginnen. Kinderen vast werk laten pakken, of werk uitdelen bij het goede doel. Anders (15 min) Andere helft van de les doe je de creatieve opdracht ‘Mijn lievelingsgetal’. Klassikaal Evaluatie (5 min) Kies één evaluatiekaart om met de groep te doen. Evaluatie (5 min) Kies één evaluatiekaart om met de groep te doen. Evaluatie (5 min) Kies één evaluatiekaart om met de groep te doen. Evaluatie (5 min) Kies één evaluatiekaart om met de groep te doen. Evaluatie (5 min) Kies één evaluatiekaart om met de groep te doen. In de digitale omgeving vind je de digibord les voor je instructie, met handige rekentools zoals: breukencirkels, dobbelstenen en een rekenrek. Hoe ziet de rekenles eruit? Een goede rekenles start met een goede voorbereiding. De leerkracht hangt de doelenposter zichtbaar in de klas en bekijkt de weekplanning. Hierop staat per lesweek aangegeven welke instructies er aan bod komen. Op de weekplanning schrijft de leerkracht welke kinderen meedoen met welke instructie. 1. Start van de les Voorafgaand aan iedere rekenles spelen de kinderen een rekenspel. Hierdoor komt iedereen in de “rekenstand”. Iedereen heeft zin om te gaan rekenen! De spelsuggesties hiervoor staan in de weekplanning. Inventariseer ook aan welke doelen de kinderen tijdens de les gaan werken, met behulp van de leerdoelmonitor. Met LDO Rekenen geef je instructies per leerdoel. Op de weekplanning staat drie keer per week een instructie gepland die gaat over één (of soms meerdere) doel(en). Met de doelcode, bijvoorbeeld begrip-R, staat aangegeven welk doel aan de beurt is. Kinderen volgen hun eigen leerlijn. Aan de hand daarvan wordt bepaald welke leerling deelneemt aan de instructie. Er kan een klassieke rekeninstructie worden gegeven via een digibordles. Ook is er een optie om het doel aan te bieden via bewegend rekenactiviteiten om het rekenen te laten leven in de groep. Instructies sluiten aan bij de belevingswereld van de kinderen en zijn concreet en onderzoekend. 2. Instructie Dit is een weekplanning voor één week. De eerste les van een thema begint met de introductieles. 4

Naam: ____________________________________ Groep 3/4/5 Doel 1e blok 2e blok Begrip-A Ik kan hoeveelheden tellen tot 10, door zelf te ordenen. Begrip-B Ik kan getallen tot 10 uitspreken en schrijven. Begrip-C Ik kan tellen, terugtellen en doortellen vanaf een willekeurig getal tot 20. Ook met stappen van 2 en 5. Begrip-D Ik kan hoeveelheden (tot 12) in een keer zien zonder te tellen. Begrip-E Ik kan getallen tot 20 uitspreken en schrijven. Ik kan de getallen plaatsen op de getallenlijn. Begrip-F Ik ken de even- en oneven getallen. Begrip-G Ik kan getallen tot 100 schrijven en uitspreken. Ik ken daarbij de waarde van de cijfers in het getal. Begrip-H Ik kan de getallen tot 100 op een (lege) getallenlijn plaatsen. Begrip-I Ik kan getallen tot 1000 schrijven in een schema en uitspreken. Ik ken de waarde van de cijfers in het getal. Begrip-J Ik kan getallen tot 1000 op een (lege) getallenlijn plaatsen. Begrip-K Ik kan doortellen en terugtellen met stappen van 10 en 100 vanaf een willekeurig getal. De kinderen die de instructie niet hebben hoeven volgen, starten direct met het werken aan hun eigen leerdoelen. De andere kinderen gaan na de instructie aan de slag de verwerking. Verwerken kan op verschillende manieren: • Spellen met hulpbladen • Digitale rekengames voor automatiseringsdoelen (pag. 7) • Kaartspellen (pag. 8-9) • Rekenmateriaal uit de materiaalpakketten (pag. 10) • LDO Rekenwerkbladen (pag. 11) Teken jezelf in 3 fases Welke emotie heb je voor, tijdens en na de les? 1. Pak het hulpblad ‘Teken jezelf in 3 fases’ voor de les begint. 2. In het eerste vakje teken je jezelf vóór de les: Hoe voel je je? Heb je zin in de les? 3. Zet een timer die afgaat halverwege de les, begin daarna met de les. Teken jezelf voor de les Teken jezelf tijdens de les Teken jezelf na de les Let op: het gaat om de emotie, niet om hoe mooi je tekent. Materialen • Hulpblad ‘Teken jezelf in 3 fases’ • Potloden • Time timer Tijdens de les Na de les Voor de les 1. Als de timer afgaat teken je jezelf nog een keer: Is de emotie nog hetzelfde? 2. Is je emotie niet zo blij? Denk na wat je zou kunnen doen om de tekening na de les anders te laten zijn. 1. Na de les tekenen je jezelf voor de derde keer. 2. Maak tweetallen en vertel elkaar kort over je tekeningen. 3. Lever je tekening in als je graag iets met de leerkracht wil bespreken. Groep 3 t/m 8 Evaluatie individueel Vergelijk jezelf met een dier Welk dier ben jij in deze les en waarom? 1. Bekijk de dieren op deze evaluatiekaart. 2. Als je aan deze les denkt, welk dier zou jij dan deze les zijn en waarom? Bespreek dit in tweetallen. Staat jouw dier er niet bij? Welk dier ben jij dan en waarom? 3. Bespreek een paar dieren klassikaal met de leerkracht erbij. Tip voor de leerkracht Ga met de kinderen in gesprek over welke eigenschappen zij bij de dieren vinden passen. Dit kan de kinderen helpen met het maken van de keus. Groep 1 t/m 8 Evaluatie in tweetallen Kies na de les één van de tien evaluatiekaarten. Elke les wordt samen geëvalueerd met behulp van evaluatiekaarten. Deze variëren van individueel tot groepjes, tot klassikaal! De evaluatie is afgestemd op verschillende leeftijden. Einde van het thema? Op verschillende manieren wordt gecheckt of een doel behaald is. Doelen die behaald zijn worden bijgehouden in de leerdoelmonitor en op de persoonlijke doelenlijst: ‘Mijn leerdoelen’. Een volgende keer dat het thema aan bod komt, ga je weer verder waar je gebleven bent. Voorbeeld van speluitleg en hulpblad bij het thema Getalbegrip, deze vind je in de digitale omgeving. 3. Verwerking 4. Toetsing en evaluatie Speel deze bingo met 4 dobbelstenen. Leg de dobbelstenen in een volgorde. Rond daarna af op honderden. Bingo 1100 1200 1300 1400 1500 1600 1700 2100 2200 2300 2400 2500 2600 2700 3100 3200 3300 3400 3500 3600 3700 4100 4200 4300 4400 4500 4600 4700 5100 5200 5300 5400 5500 5600 5700 6100 6200 6300 6400 6500 6600 6700 Materiaal - 5 dobbelstenen - Hulpblad ‘Grote getallenbingo – tienduizenden’ - Pen of potlood Mogelijkheden aantal spelers - 4 spelers Beschrijving 1. Iedere speler krijgt een hulpblad ‘Grote getallenbingo – duizenden’ 2. Speler 1 gooit met 4 dobbelstenen. Deze dobbelstenen legt hij in een willekeurige volgorde. De dobbelstenen vormen nu een groot getal. De speler spreekt dit getal hardop uit. 3. Daarna kijkt de speler naar zijn bingokaart. Welk tienduizendtal zit er het dichts in de buurt? Deze wordt afgekruist. 4. Nu mag de volgende speler. 5. De speler die als eerste een hele rij vol heeft roept ‘Bingo!’ 6. Tip: spelers hebben invloed op hun spel, door de dobbelstenen op de juiste positie te positioneren. Variatie - Speel het spel met 5 dobbelstenen. Gebruik dan het hulpblad ‘Grote getallenbingo – tienduizenden’. Leerdoelen oefenen kan met de rekengames. Verwerkingen met één van de kaartspellen. Leerlingen houden hun eigen ontwikkelingen bij. 5

6 Introductieles Het is maandagochtend in een middenbouwgroep en de leerkracht wil beginnen met het thema ‘tijd’. De kinderen mochten spullen meenemen die te maken hebben met dit thema. Noor komt iets te laat binnen. Sander heeft een horloge om. Tijn heeft een oude klok bij zich en Saar de kalender uit de keuken. Het rekenthema ‘tijd’ leeft direct bij de hele groep. Er wordt gesproken over de meegenomen spullen en wat ze al weten. Het ophalen van deze ‘voorkennis’ is heel belangrijk. Daarna komt de doelenlijst tevoorschijn. Het gesprek gaat verder: Welke doelen kunnen de kinderen behalen? Sommige kinderen weten al wat ze willen gaan leren. De nieuwsgierigheid is gewekt en kinderen hebben zin om te gaan rekenen met tijd. In de praktijk Instructie, verwerking en evaluatie Deze week staan er voor drie doelen instructies gepland. Elk kind die wil of dit doel moet oefenen, doet mee. De juf stelt tijdens de instructie een onderzoeksvraag die ze d.m.v. de vertaalcirkel uitwerken. Zo wordt de rekenstrategie ontdekt en aangeleerd. De andere kinderen werken in deze tijd aan hun eigen doelen. Dit kan door middel van een werkblad, een spel of een andere activiteit. Iedereen doet iets anders en de oudere kinderen helpen de jongere kinderen. Aan het eind van iedere les wordt er geëvalueerd. Hebben de kinderen goed kunnen werken? Welke nieuwe dingen hebben we geleerd? Hierbij worden de evaluatiekaarten gebruikt. Toetsing in week 4 In de laatste week bekijkt of toetst de leerkracht samen met de kinderen welke doelen behaald zijn. Soms door middel van een werkblad, soms mondeling in een rekengesprek. Deze resultaten worden bijgehouden in de leerdoelmonitor. Dit vormt zo het startpunt van de volgende keer dat het thema aan bod komt. De leerlingen noteren op hun eigen doelenkaart: ‘Mijn leerdoelen’ welke doelen ze hebben behandeld. Zo weten ze voor de eerstvolgende keer wanneer het thema aan bod komt, waar ze zijn gebleven. De leerkracht ziet dat er veel geleerd is. Dat komt omdat de kinderen drie weken lang van alles gedaan hebben. Dat geeft vertrouwen! Week 1 Week 1 t/m 3 Week 4 Naam: ____________________________________ Groep 3/4/5 Doel 1e blok 2e blok Begrip-A Ik kan hoeveelheden tellen tot 10, door zelf te ordenen. Begrip-B Ik kan getallen tot 10 uitspreken en schrijven. Begrip-C Ik kan tellen, terugtellen en doortellen vanaf een willekeurig getal tot 20. Ook met stappen van 2 en 5. Begrip-D Ik kan hoeveelheden (tot 12) in een keer zien zonder te tellen. Begrip-E Ik kan getallen tot 20 uitspreken en schrijven. Ik kan de getallen plaatsen op de getallenlijn. Begrip-F Ik ken de even- en oneven getallen. Begrip-G Ik kan getallen tot 100 schrijven en uitspreken. Ik ken daarbij de waarde van de cijfers in het getal. Begrip-H Ik kan de getallen tot 100 op een (lege) getallenlijn plaatsen. Begrip-I Ik kan getallen tot 1000 schrijven in een schema en uitspreken. Ik ken de waarde van de cijfers in het getal. Begrip-J Ik kan getallen tot 1000 op een (lege) getallenlijn plaatsen. Begrip-K Ik kan doortellen en terugtellen met stappen van 10 en 100 vanaf een willekeurig getal. Thema ‘Tijd’ in de middenbouw

7 In de digitale omgeving vind je de instructie en alle extra materialen. LDO Rekenen bevat een rijke digitale omgeving. Per groep zijn hier alle materialen te vinden die horen bij het thema. Hierdoor heb je alle basismaterialen overzichtelijk bij elkaar om een heel jaar rekenonderwijs in te richten. Denk aan de volgende materialen: doelenposter, weekplanning, introductieles, digibordlessen, werkbladen, spellen, registratieformulieren, evaluatiekaarten en meer. De digitale omgeving De leerdoelmonitor De leerdoelmonitor is een nieuwe online tool waar je kunt bijhouden aan welke doelen de kinderen werken en welke doelen al behaald zijn. Met behulp van gekleurde bolletjes zie je in één oogopslag de voortgang van de kinderen in de groep. De leerdoelmonitor werkt eenvoudig. Met één klik geef je voor één of meer kinderen de status aan. Ook kun je opmerkingen toevoegen per kind of groepje kinderen, bijvoorbeeld welke kinderen hulpmateriaal nodig hebben, of welke kinderen extra instructie krijgen. Elke registratie is gekoppeld aan de actuele datum, zodat ook je duo collega of de collega van volgend jaar inzicht heeft in de vorderingen zonder enige moeite. Ook kun je de groepsvorderingen of een individueel overzicht printen. Dit overzicht gebruik je voor een portfolio of rapport. Met de leerdoelmonitor houd je het overzicht en heb je zicht op de ontwikkeling van alle kinderen uit jouw klas. De portal voor leerkrachten en kinderen rekengames! Gratis Het onderhouden en het inoefenen van bepaalde rekendoelen is belangrijk. Bij de leerlijn automatiseren zijn er leuke rekengames. Ook met grote keer- en deelsommen, speciaal voor de bovenbouw. Ga naar rekendiploma.onlineklas.nl voor de games of scan de QR code. Rekengames Geef per leerdoel aan wat de status is. Hier staan alle thema’s die dit schooljaar aan bod komen.

Getalbewerking Deze kaartspellen bevatten allerlei plus en min-sommen die oplopen in moeilijkheidsgraad. Kaartspellen voor dit domein: • Sommen tot 10 • Sommen tot 20 tussen het tiental • Sommen tot 20 over het tiental • Sommen tot 100 met tientallen Vermenigvuldigen en verdelen Dit domein bevat twee setjes met kaartspellen om de tafels en de deeltafels tot 10 te automatiseren: • Tafels t/m 5 • Tafels 6 t/m 10 • Deeltafels t/m 5 • Deeltafels 6 t/m 10 Kommagetallen Deze kaartspellen zijn geschikt voor de bovenbouw. De kinderen oefenen o.a. met het uitspreken van kommagetallen en het positioneren op de getallenlijn. • Kommagetallen • Optellen en aftrekken • Vermenigvuldigen en delen Getalbegrip Deze kaartspellen bevatten getalkaarten. Kinderen oefenen met uitspreken van getallen, of het positioneren op de getallenlijn. De volgende kaartspellen zijn verkrijgbaar: • Getallen tot 20 • Getallen 1 tot 50 • Getallen tot 1000 • Getallen tot 100.000 14 16 22 Spelsuggestie: leg de kaarten van laag naar hoog. • Sommen tot 100 met alle getallen • Sommen tot 1000 • Keersommen met tientallen • Deelsommen met tientallen Getalbewerking LDO • REKENEN Sommen tot 20 over het tiental 12 De sommenkaarten hebben een zelfcontrole, het antwoord staat op de achterkant. 3 + 9 3 x 1 2 x 6 42 : 7 16 : 2 Met deze spelkaarten kun je (deel)tafels spelenderwijs automatiseren. 0,888 0,88 Spelsuggestie: welk getal is groter? Optellen en aftrekken LDO • REKENEN Kommagetallen 0,79 1,20 - 0,41 Sluit ook aan bij het domein geld. Kaartspellen zijn ook los te bestellen. Kaartspellen Bij alle rekenthema’s van LDO Rekenen zijn kaartspellen verkrijgbaar. Met de kaartspellen kunnen kinderen de rekendoelen oefenen d.m.v. het spelen van een spel. Zo krijgen de kinderen spelenderwijs meer inzicht en worden bewerkingen geautomatiseerd. De kaartspellen zijn ook in de materiaalpakketten verkrijgbaar. 8

Geld De kaartspellen van geld zitten boordevol leuke artikelen met prijzen. Je kunt hier allerlei activiteiten mee doen. Van prijzen vergelijken tot winkeltje spelen. Dit zijn de twee kaartspellen: • Hele euro’s • Euro’s en centen Verhoudingen en procenten De kaartspellen van verhoudingen en procenten zijn geschikt voor de bovenbouw. In één van de kaartspellen wordt de relatie met breuken en kommagetallen geoefend. • Procenten kennen • Breuken, procenten en kommagetallen Tijd Door de verschillende niveaus (hele uren, kwartieren) oefenen de kinderen heel gericht met een specifiek onderdeel van het klokkijken. De digitale en analoge tijden worden direct aan elkaar gekoppeld. • Hele uren • Halve uren Meten Met dit kaartspel leren de kinderen de belangrijkste referentiematen kennen van lengte, gewicht en inhoud. Op de zijkant van het speeldoosje staat het metriek stelsel, dit helpt bij het omrekenen. • Lengtematen • Gewichtsmaten • Inhoudsmaten kwart voor tien 09:45 21:45 €0,55 citroen €75,50 schoenen €9,25 stiften Breuken Deze kaartspellen worden ingezet om het begrip van breuken te vergroten. Door verschillende modellen leren de kinderen breuken met elkaar vergelijken. Dit zijn de kaartspellen: • Modellen • Geschreven tot 2 hele • Plus- en minsommen Modellen LDO • REKENEN Breuken zes achtste Hiermee oefen je het leerdoel: optellen en aftrekken van (samengestelde) breuken. 2 5 3 5 - 3 6 5 6 + 1 Opdracht 36 Hoeveel procent van de cirkels is donkerpaars? Paarse cirkels 0,25 1 Alle cirkels 8 2 100 ? :8 :8 Opdracht 1 Hoeveel procent van dit plaatje is gekleurd? Speel ‘Ren je rot’: De spelleider leest één kaart voor en geeft twee antwoordmogelijkheden. De kinderen rennen naar het juiste antwoord. Spelsuggestie: speler 1 neemt een kaart in zijn hoofd, speler 2 raadt de kaart door ‘ja/nee’-vragen te stellen. • Kwartieren • Minuten Spelsuggestie: maak een kwartet door de vier verschillende schrijfwijzen bij elkaar te spelen. wc-rol 1 decimeter 10 centimeter deur 2 meter Eiffeltoren 300 meter Speel ‘Levende getallenlijn’: geef elk kind een kaart en zonder te praten gaan ze van klein naar groot 9

Materiaalpakketten Voorbeeld van een materiaalpakket. Dit is een totaalpakket voor groep 3-4-5. Bestel ze hier Bij elk thema zijn boxen met rekenmateriaal verkrijgbaar, zodat je spelenderwijs kunt oefenen met de leerdoelen. Materiaalpakketten per domein óf per groep De pakketten zijn samengesteld per combinatiegroep 1/2, 3/4, 3/4/5, 5/6, 6/7/8 en 7/8. Zo heb je in één keer alle materialen in de klas. Daarnaast zijn de spel- en materiaalpakketten ook samengesteld per thema. Zo kun je er dus ook voor kiezen om eenvoudig wat extra materiaal toe te voegen in de groep voor de thema’s naar keuze. Handige transparante boxen Deze materialen kan je opbergen in stevige transparante boxen die optioneel erbij te bestellen zijn. Hierdoor zie je in één oogopslag de inhoud van de box. De boxen zijn handig stapelbaar en er is ruimte genoeg om ook eigen materiaal toe te voegen. Zo heb jij al het rekenmateriaal per thema bij elkaar, handig! Lessuggestie bij het thema Getalbegrip: Spring van ring naar ring, met sprongen van 100. De LDO Rekenkaartspellen zit ook in de materiaalpakkketten. Speel bijvoorbeeld memory met deze kaarten van het thema Tijd. Voorbeeld van een materiaalpakket voor het domein getalbewerking. Spelenderwijs oefenen met de leerdoelen 10

Hoe worden de rekenwerkbladen toegepast? 1. Structureel in het weekrooster Naast de rekenmethode kan de werkbladenmap voor extra verdieping en verheldering zorgen. Op een vast moment in het dag- of weekrooster kunnen de leerlingen aan hun persoonlijke leerdoelen werken. De rekenwerkbladen bieden oefenstof voor alle leerlingen: van leerlingen die baat hebben bij extra oefening tot plusleerlingen die extra uitdaging nodig hebben. 2. Extra tijd over? In een klas zitten altijd leerlingen met een razendsnel werktempo. Om deze leerlingen gemotiveerd aan het werk te houden, kunnen ze werken aan hun persoonlijke leerdoelen met behulp van de werkbladen. 3. Huiswerkbladen Extra oefening is altijd goed. De werkbladen kunnen daarom ook als huiswerkbladen mee naar huis gegeven worden. Omdat de leerlingen hun eigen ontwikkeling inzichtelijk hebben, zal de motivatie ook groot zijn om thuis aan de slag te gaan met de persoonlijke ontwikkeling. Waar bestaat LDO Rekenwerkbladen uit? • Een set van 7 werkmappen voor groep 1 t/m 8 • Een digitale jaarlicentie voor groep 1 t/m 8 inclusief antwoordbladen • Registratiekaarten voor de leerkracht • Registratiekaarten voor de leerling LDO • REKENEN LDO Rekenwerkbladen Extra oefenen met véle werkbladen De werkbladen van LDO Rekenen, waarmee je extra kan oefenen op elk leerdoel, zijn ook los te bestellen! Zo heb je extra oefenmateriaal altijd binnen handbereik en kan je deze remediërend inzetten naast je huidige rekenmethode. Wat zijn de LDO Rekenwerkbladen? De LDO Rekenwerkbladen zijn methode overstijgend in te zetten. Het biedt extra oefening voor leerlingen op leerdoel niveau. De LDO Rekenwerkbladen zijn ontwikkeld door Kids Learning in nauwe samenwerking met Stichting Kerndoelwijzer. Voor wie zijn de LDO Rekenwerkbladen? De LDO Rekenwerkbladen zijn voor alle leerlingen van groep 1 t/m 8. Het kan ingezet worden als een vast programma in het lesrooster, maar ook als extra oefening of verdieping. Hoe krijg ik inzicht in de ontwikkeling van de leerlingen? Elke leerling krijgt een registratiekaart. Op deze kaart staan alle doelen van dat leerjaar. Hierop wordt exact de ontwikkeling bijgehouden waardoor de leerling zelfstandig kan inzien wat de volgende taak wordt. Zonder hulp van de leerkracht kan de leerling verder werken en zich doorontwikkelen. Voor de leerkracht is er ook een registratiekaart, waar de behaalde leerdoelen per leerling aangevinkt kunnen worden. Lees meer Bestel ze hier 11

Wij geven met plezier een vrijblijvende presentatie over één van onze materialen. Neem contact met ons op via tel: 0546 55 65 05 of mail naar: info@kidslearning.nl. Nieuwsgierig geworden? Kids Learning | Grotestraat 126 | 7471 BS Goor www.kids-learning.info Alle materialen en kaartspellen zijn ook los te bestellen in onze shop! Waarom LDO Rekenen? Zichtbare leerdoelen De doelen hangen op grote posters in de groep. Zo wordt zichtbaar aan welke doelen er gewerkt wordt. En deze doelenposters zijn ontwikkeld voor twee of voor drie jarige groepen. Óók voor combinatiegroepen LDO Rekenen is uitermate geschikt voor scholen die werken met heterogene groepen. Maar ook reguliere scholen kunnen ermee werken, want in iedere groep zijn er niveauverschillen te vinden. Met LDO Rekenen werk je met de hele groep aan één thema. Iedereen kan dus meedoen. Samenwerking Kinderen van verschillende leeftijden werken allemaal aan hetzelfde thema. Hierdoor ontstaat er veel samenwerking. Oudere kinderen helpen de jongere kinderen. Sterke rekenaars kunnen ook uitleg geven. Doelgerichte voorbereiding Als leerkracht hoef je maar één thema tegelijk voor te bereiden. Dit zorgt voor overzicht en ook voor verdieping. Je leert de leerlijnen goed kennen. Rekenen op maat binnen kaders Tijdens zelfstandig werken houd je overzicht. Iedereen werkt aan hetzelfde thema en kan hier binnen kiezen voor zijn eigen doelen. De kaders zijn dus duidelijk en de keuzevrijheid beperkt. Geïntegreerd onderwijs Je kunt andere lessen koppelen aan het rekenthema, zoals bijvoorbeeld de muziekles of tekenles. Hierdoor wordt het rekenthema nog betekenisvoller voor de kinderen in de groep. Vraag een demo aan

RkJQdWJsaXNoZXIy MjcxMDk=